Hoe een bouwkraan een brug werd die verdronk en weer op zijn plek kwam…..
De Kraan
Op miraculeuze wijze lukte het ons in 1999 een oude bouwkraan de berg op te krijgen. De oude Ardèchois in de buurt hadden er al wedjes op afgesloten dat dat nooit zou lukken en stonden naast de moeilijkste hellingen te kijken hoe de ramp zich zou voltrekken. Helaas hadden ze niet gerekend op het 4×4-meesterschap van Max die met z’n Mercedes four-wheel de kraan bijna op z’n kant door de laatste 2 haarspeldbochten trok. De steile afdaling naar de molen lukte met Max zijn Mercedes vóór en onze Rangerover achter voluit op de rem.
Het lukte om de kraan op z’n eigen kabelmechanisme omhoog te krijgen – de staander was 10 meter hoog en de arm was eveneens 10 meter waarlangs een karretje (le chariot) met kabel en haak heen en weer getrokken kon wordt. Voor de stabiliteit vulden we de bak van de kraan met 1000 kilo granietblokken. Voilà, daar was ie dan.
Tien jaar lang heeft de kraan meer dan zijn diensten bewezen. De bouw van een groot terras vóór de molen en het huis daarnaast waren mede mogelijk door de noeste diensten van de kraan die de zware granietblokken en balken met behulp van mijzelf als kraandrijver feilloos op de bestemde plek plaatste.
Behalve dat de blauwe kraan een dankbaar herkennings-baken was voor in de omgeving verdwaalde zielen was hij ook regelmatig een zorg. Enkele keren per jaar, als de winden om de rotsen waaiden en de slagregens van de Flottes Cevenoles de plek waar de kraan stond in een moeras dreigden om te toveren, moesten Pauline en ik aan de bak om dijkjes om de kraan heen te graven en zo omvallen te vermijden. Na de laatste bouw – in 2008 – was er geen werk meer voor de kraan en stond hij daar eigenlijk wiegend in de wind weg te roesten. Mannelijke gasten mochten nog wel eens op zijn plateau gaan staan en hem aan zijn stuurwiel om de as laten draaien – de ultieme jongensdroom, toch? – maar daar bleef het bij. De kraan werd een zorg. Want we waren er van overtuigd dat het mechanisme te ver heen was om hem op eigen kracht naar beneden te vouwen en zelfs dan, we zouden hem nooit meer terug over de berg de beschaving in kunnen krijgen.
Eigenlijk was laten omvallen de enige optie. Maar hoe laat je een kraan van 10 meter hoog en lang met een gewicht van 2,5 ton precies op de juiste plek vallen en niet op de inmiddels vlak ernaast gebouwde huizen? En stel dat dat al zou lukken, wat doe je dan met zo’n immense hoop schroot?
De doorbraak kwam toen op zekere dag het idee ontstond om van de mast van de kraan een brug over de rivier naast de molen te maken. Toen we dit idee bespraken met onze vriend uit Wales Dave Ace, handyman en durfduivel, wilde hij graag meehelpen. We hadden een project. Na een grondige voorbereiding – die wat mij betreft naast een technische studie ook bestond uit regelmatige bezwering van de plek waar de kraan idealiter neer zou moeten komen – waren we zover. Aan de top van de arm zouden we een kabel aan de haak van de kraan bevestigen die via een treklier – 50 meter verder schuin van voren- langzaam aangetrokken zou worden. Door de bak met ballast van 1 ton achter de kraan gevuld te laten, zouden we de nodige vertraging krijgen waardoor de kraan langzaam om zou vallen.
Op onderstaande video kun je het resultaat zien…..
En voilà. De kraan kwam vrijwel exact op de geplande plek neer.
En toen begon het werk met de slijptollen om hem af te breken. Simpelweg gezegd: in stukken te snijden.
En zo begon de transformatie van kraan naar brug en naar oud ijzer.
Maar wie schetst onze verbazing toen we via het oog van een camera een wonderlijke schoonheid zagen in wat eerst een vormeloze hoop schroot leek. Te midden van het oud roest kwamen prachtige kleurvormen tevoorschijn en zelfs een enkel schroot-duiveltje. Pauline heeft zich die dagen van afbraak urenlang vermaakt met kijken en klikken:
Schroot-Art
De Brug
De dag voordat Dave en ik de brug op z’n definitieve plek over de Thines zouden gaan slepen – wederom met hevelen en de treklier- bekroop mij een ongemakkelijk gevoel: zou de brug bestand zijn tegen tegen de zondvloeden die 2 à 3 keer per jaar de Cevennen teisteren en die bergrivieren als de Thines tot ongekende proporties doen opzwellen?
Die avond was er een etentje met mede vallei-bewoners. Ik had mijn mond nog nauwelijks open gedaan over de brug in wording of drie Cevenoles ( bewoners van het gebergte de Cevennen) stonden op en riepen: “je maakt ‘m toch in godesnaam maar aan één kant vast hè.. hij moet kunnen scharnieren.. anders ben je die mooie brug van jou binnen de kortste keren kwijt.. om nog maar te zwijgen van waar die terecht kan komen en wat de gevolgen daarvan kunnen zijn..”. En jawel, de franc viel bij mij, dat was waar ik me ongemakkelijk over voelde. Bernard, een oude Cevenole met het postuur van een Jerommeke en leraar metaalbewerking, vertelde verhalen over hoe elke brug in de Cevennen en de Ardèche moet kunnen scharnieren als de kracht van de watermassa’s te groot wordt. En als dat niet kan, bv. bij betonnen bruggen, is elke brug voorzien van een springstoflading. Mocht er tijdens de jaarlijkse overstroming teveel druk op zo’n brug komen – bv. doordat de opening voor het water geblokkeerd dreigt te raken door bomen en ander drijfhout – en het water zich een weg gaan zoeken over de oever, dan blaast men de brug op om het risico van overstroming van dorp of stad te vermijden. De boodschap was duidelijk: aan één oever een scharniermechanisme, verankerd in de rots en op de andere oever vrij op de rots leggen.
Zo gezegd, zo gedaan. Twee dagen later lag de brug trots op z’n nieuwe plek, een kraan was een brug geworden
Flotte Cevenole
zoals gezegd, een paar keer per jaar – in voor- en najaar – teistert de Flotte Cevenole onze veilige toevlucht. Het is dan alsof de goden daarboven de stop uit het bad trekken, zo hard regent het, vaak met onweer erbij. Zo’n flotte kan 2 tot 5 dagen duren. De rivieren zwellen aan, treden buiten hun oevers. Overal in de bergen stroomt het water aan alle kanten de berg af, op zoek naar het laagste punt, de rivier. Ook de vallei van Esprit de la Montagne wordt niet gespaard. Het is dan alle hens aan dek.
Er is een duidelijke verklaring waar die Flottes vandaan komen. Dat zie je op het onderstaande plaatje.
Warme en vochtige lucht boven de Middellandse Zee wordt door de wind landinwaarts gedreven. De eerste bergketen die die lucht ontmoet zijn de Cevennen. Daar botst de warme lucht met de koude lucht boven het gebergte en ontlaadt zicht. De Flotte Cevenole is daar.
Twee weken na de plaatsing van de brug was het zover…..
Begin oktober 2011 in de middag begint de Flotte Cevenole.
En die gaat zo hard als je hierboven ziet.
Binnen drie uur wordt de vrije kant van de brug gebeukt door een woeste watermassa. We kijken uit het zijraam van de molen naar beneden en wachten op het onvermijdelijke. Een uur later is het zover.
Maar het goede nieuws is dat na een paar dagen blijkt dat het scharnierpunt in de rots het gehouden heeft.
Brug Terug
Een maand later als het water in de Thines weer voldoende gezakt is, trekken we met de lier de brug weer op z’n plek.